De heks in de holle boom
Er was eens een heks die Lompie heette - die naam had ze te danken
aan het feit dat haar moeder ook zo heette en haar oma ook en haar overgrootoma ook. Maar ja daar gaat het nu niet over. Op een dag zat Lompie in haar holle boom toen ze een geluid hoorde. Ze wist niet wat het was maar het klonk erg vals.
Lompie rende naar het geluid toe ze zag een ouwe vreselijk uitziende man; hij had een tovenaars-muts op en tovenaars-kleren aan.
Lompie vermoedde dat het een tovenaar was dus ging ze naar haar holle boom en pakte haar luchtbuks.
Ze ging terug naar het valse geluid en zei: "Oké, tovenaartje, je staat onder schot. Kom met me mee". De tovenaar zei: "oké".
Dat antwoord vond de heks niet echt geslaagd. Ze had gehoopt dat hij nee zou zeggen, dan zou zij de ware liefde hebben ontdekt.
Toen ze bij de holle boom aankwamen zei Lompie: "Ik heet Lompie en jij moet alles doen wat ik zeg". De tovenaar zei: "Ik ben Stompie en ik geloof dat wij voor elkaar bestemd zijn".
Stompie werd wakker doordat er een koekenpan (volgens Lompie per ongeluk)
op zijn hoofd viel. Hij lag in een bed, een bed van hardhout .
Hij merkte ook dat Lompie tegen hem sprak, ze zei: "Er viel een boom op je hoofd en ik heb je verzorgd". Ze gaf hem een klap. "En nu naar buiten om giftige bessen te plukken".
De tovenaar liep de holle boom uit hij ging expres voedzame bessen plukken.
Toen hij in de holle boom kwam stond Lompie al klaar met een knuppel. Ze sloeg (per ongeluk) Stompie dood.
Ze werd depressief en stak na een jaar haar hoofd in de magnetron. Ze leefde niet meer, maar wel gelukkig, in de hel met haar tovenaar.
© V.I. van der Griendt 1998,1999,2000
© Tim 1998,1999,2000